Voedingswaarde
Net zoals ander vlees is wild een belangrijke eiwitbron. Gekweekt wild is qua vetgehalte vergelijkbaar met het vlees van andere slachtdieren. Het vlees van vrij wild heeft een lager vetgehalte omdat deze dieren meer lichaamsbeweging hebben. Wild is rijk aan mineralen, zoals calcium, fosfor en ijzer. Ook vitamines van de B-groep zijn goed vertegenwoordigd.
Het orgaanvlees van wild wordt bijna niet gegeten omwille van de grote hoeveelheid zware metalen zoals cadmium, kwik en lood. Ook omdat lever en nieren restanten van chloorhoudende koolwaterstoffen kunnen bevatten. Net zoals ander orgaanvlees bevat het orgaanvlees van wild een hoog cholesterolgehalte.
Smaak
In vergelijking met rund en varken, heeft wild een onderscheidende smaak. Dit geldt zeker voor wild dat in de vrije natuur geleefd heeft. Deze dieren moeten zelf zorgen voor hun voedsel en hebben meer beweging. Dit maakt dat het vlees van gewoon wild beter doorbloed is dan gekweekt wild en daardoor anders van smaak. Volgens jagers is de typische wildsmaak ook een gevolg van het schieten, waarbij er een minder goede uitbloeding is en de karkassen slechts zeer traag afkoelen.
Aangezien wild een uitgesproken smaak heeft, wordt wild vaak gecombineerd met volle en kruidige smaken. Smaakmakers zoals knoflook, ui, rozemarijn, tijm, salie en spek doen het erg goed bij wild. Najaarsgroenten zoals spruitjes, kool en knolselderij passen beter bij wild dan voorjaarsgroenten.
Verteerbaarheid
Heel vaak wordt gedacht dat wild moeilijk verteerbaar is en zwaar op de maag ligt. Dit is echter onjuist. Wel moet je opletten met de bereidingswijze en wat je erbij eet. Wild gecombineerd met vette sauzen en gefrituurde aardappelbereidingen, maken het mager vlees tot een vet en zwaar verteerbaar gerecht. Soms kan een stuk wild vlees taaier zijn. Een taaier stuk vlees wordt malser wanneer je dit marineert.
Bereidingswijze
Wild bereiden is net zo makkelijk als ander vlees. Tegenwoordig koop je wild vers en panklaar.
Recepten met wild: